ontruimingsplan

 

Ontruimingsplan


Doel Ontruimingsplan:

Het ontruimingsplan heeft ten doel de ontruiming van het kerkgebouw zoveel als mogelijk is ordelijk en doelmatig te laten verlopen.


Het ontruimingsplan voorziet in de volgende calamiteiten:

                                  

*    Brand                                                                       

*    Bommelding                                                                               

*    Explosiegevaar                                                       

*    Gevaar t.g.v. gevaarlijke stoffen                         

*    Afgaan van rookmelders                                      

*    Elektriciteitsstoring                                                  

*    Ontruiming kindercrèche (kleine zaal)                                       



Ontruiming in geval van brand.


Fase 1:   Brandmelding


*    De brandmelding vindt plaats door de (hulp) koster aan de alarmcentrale, telefoon 1-1-2

*    De (hulp) koster treedt op als coördinator.

*    Sluit zoveel mogelijk deuren tussen de brandhaard en bedreigde personen.

*    Indien er personen in de directe omgeving van de brand verkeren, worden deze in veiligheid gebracht.

*    Waar de brand is  geconstateerd wordt direct gestart met het blussen van de brand met behulp van de in het kerkgebouw aanwezige blusmiddelen.

*    De (hulp) koster, als coördinator, geeft indien nodig opdracht tot ontruiming, zo mogelijk na ruggespraak met de brandweer of politie.

*    Na aankomst van de professionele overheidsdiensten, zoals brandweer, ambulance of politie, draagt de koster de leiding over en blijft ter beschikking.



Fase 2:            Ontruimingsopdracht.


*    De ontruimingsopdracht wordt gegeven door de (hulp) koster en vindt plaats in de vorm van gesproken woord via de geluidsinstallatie op de kansel.

*    Hierbij wordt vermeld welke uitgangen beschikbaar zijn, of er voor de ouders nog een mogelijkheid is om de kinderen van de crèche te halen of dat de crèche ontruimd wordt door de crècheleiding en  de team leden. De ouders kunnen dan de kinderen bij de straat die grenst aan de (nood)uitgang van de crèche ophalen. 

*    Het is nodig om de ontruimingsopdracht te herhalen als blijkt dat de kerkgangers de tekst niet hebben verstaan of begrepen.

*    De teamleden en de vluchtwegbegeleiders leiden de kerkgangers naar de (nood) uitgangen die voor het betreffende deel van de kerk zijn aangewezen om daarmee de spreiding van de kerkgangers over de uitgangen optimaal te benutten.

*    De personen die het dichts bij de uitgang zitten lopen het eerst. Zij verlaten achter elkaar de ruimte en halen elkaar niet in. Hierbij geldt dat kinderen voor volwassenen gaan en volwassenen voor materialen.

*    De coördinator met assistentie van alle teamleden, dragen er zorg voor dat niemand achter blijft. Denk hierbij aan gehandicapte kerkgangers. Deze moeten te allen tijde begeleidt worden naar de (nood) uitgangen.

*    Het is mogelijk dat niet alle aanwezige personen die de kerkdienst bijwonen, op het moment van ontruiming in de kerk aanwezig zijn. Het kan gebeuren dat iemand naar het toilet is. Controleer dus ook de bij de kerk horende ruimtes!

Er moet bij de ontruiming op worden toegezien dat de kerkgangers bezittingen, zoals jassen en paraplu`s aan de kapstok laten hangen. Het meenemen van deze spullen  belemmert een snelle ontruiming.



Fase 3:   Opvang na ontruiming.


*    Na de ontruiming verzamelen de ouders hun kinderen en andere huisgenoten en houden appel op veilige afstand van de kerk. Toegangswegen altijd vrijhouden!

*    Bij vermissing van één of meerdere personen wordt dit gemeld aan één van de teamleden

*    Deze geeft zijn bevindingen zo spoedig mogelijk door aan de brandweer, politie of coördinator.

*    Bij regen en koud weer is het aan te bevelen dat de kleine kinderen en oudere gemeenteleden in auto`s plaatsnemen.

*    Het duidelijk en rustig optreden van de teamleden kan bepalend zijn voor het voorkomen van paniek.



Fase 4:    Beëindiging actie


Iedereen wacht op de mededeling van de coördinator, dit betreft:

*    De teamleden en alle andere personen mogen het terrein verlaten en naar huis gaan. Let op veiligheid! Informatie wordt nadien telefonisch gegeven door de wijkouderling naar zijn gemeenteleden in de betreffende wijk.

*    Evaluatie kerkrentmeesters met alle hulpverleners




Ontruiming na bommelding


Algemeen


Men kan op verschillende manieren met een bommelding worden geconfronteerd. Dit kan onder ander gebeuren door:


*    Telefonische bedreiging

*    Vinden van een verdacht voorwerp

*    Ontvangen van een dreigbrief



Telefonische bedreiging :


Fase1:    Bommelding


*    In verreweg de meeste gevallen zal van de bomdreiging worden kennisgenomen door een telefonische melding. Dit kan rechtstreeks gebeuren of via derden, zoals politie of brandweer.

*    Van belang is de opbeller zo lang mogelijk aan de lijn te houden en op vriendelijke toon vragen te stellen. (zie bijlage 1)

*    Door het telefoongesprek te rekken, kan men de ernst van de dreiging beter beoordelen aan de hand van de antwoorden en is het misschien mogelijk nadere aanwijzingen te krijgen omtrent de identiteit van de dader en de plaats waar deze zich bevindt.

*    Degene, in de meeste gevallen de (hulp) koster, die het telefoongesprek gevoerd heeft meldt dit direct aan de alarmcentrale 1-1-2 en daarna aan de kerkrentmeesters. De kerkrentmeesters zullen samen met de (hulp) koster een eventueel nader onderzoek doen naar de bom.

*    De kerkrentmeesters en de (hulp) koster, zullen in samenspraak met de politie en/of de brandweer, de  bedreiging evalueren en te beslissen of er sprake is van:


*    Waarschijnlijk vals alarm

*    Mogelijk geen vals alarm

*    Waarschijnlijk juist alarm


NB  De praktijk heeft uitgewezen dat echter de bomlegger voor het afgaan van de bom een tijd opgeeft die correct is. De bomlegger wil niet zelf de verantwoordelijkheid dragen voor slachtoffers.



Vinden van een verdacht voorwerp :


Fase 1:   Bommelding


*    Wordt er een verdacht voorwerp gevonden dat geldt als eerste regel:

                                          NIET AANRAKEN!

*    De (hulp) koster, als coördinator, dient onmiddellijk op de hoogte te worden gesteld van de vondst. Deze neemt de  vereiste maatregelen als dat  zijns inziens noodzakelijk is en belt de politie indien dit nog niet gebeurd is.

*    Als er sprake is van een bom, kan iedere beweging het explosief tot ontsteking brengen. Daarnaast is “niet aanraken” van belang, aangezien het Explosieven Opruimings Commando (E.O.C) in de regel de aangeraakte voorwerpen alleen door detonatie ter plaatse vernietigt. Dit houdt verband met de persoonlijke veiligheid van de bomexpert.

   


Ontvangen van een dreigbrief :


Deze genoemde mogelijkheid is in het kader van dit ontruimingsplan niet van belang en wordt niet verder uitgewerkt.


In geval het een telefonische bedreiging is (a) of het vinden van een verdacht voorwerp (b) zal in overleg met de politie worden besloten al of niet het gebouw te ontruimen


Men start nu:

          

           Fase 2:        Ontruimingsopdracht

           Fase 3:        Opvang na ontruiming

           Fase 4:        Beëindiging actie



Ontruiming in geval van explosiegevaar


   Fase 1:      Melding:


*    In verreweg de meeste gevallen zal de melding plaatsvinden door de koster of de hulpkoster aan de alarmcentrale, telefoon1-1-2

*    Indien er personen in de directe omgeving van explosiegevaar verkeren, worden deze in veiligheid gebracht.

*    Door de (hulp) koster wordt zo snel mogelijk contact opgenomen met de kerkrentmeesters

*    De (hulp) koster, als coördinator, gaat over tot de uitvoering van zijn taken en dient zich eerst ervan te overtuigen dat de alarmering ook werkelijk heeft plaatsgevonden

*    De coördinator geeft, indien nodig, opdracht tot ontruiming, zo mogelijk na ruggespraak met brandweer of politie

*    Na aankomst van de professionele overheidsdiensten, zoals brandweer, ambulance of politie, draagt de coördinator de leiding over en blijft zelf ter beschikking.



In geval “Fase 1 punt 5” zal in overweg met de politie worden besloten al of niet het gebouw te ontruimen.


Men start nu:

          

           Fase 2:        Ontruimingsopdracht

           Fase 3:        Opvang na ontruiming

           Fase 4:        Beëindiging actie




Ontruiming in geval van gevaar t.g.v. gevaarlijke stoffen


            Fase 1:         Melding


*    In verreweg de meeste gevallen zal de melding plaats vinden door de (hulp) koster aan de alarmcentrale telefoon1-1-2

*    Indien er personen in de directe omgeving van de gevaarlijke stoffen verkeren,  worden deze in veiligheid gebracht.

*    Door de (hulp) koster wordt zo snel mogelijk contact opgenomen met de kerkrentmeesters

*    De (hulp) koster, als coördinator, gaat over tot de uitvoering van zijn taken en dient zich eerst ervan te overtuigen dat de alarmering ook werkelijk heeft plaatsgevonden.

*    De coördinator geeft indien nodig, opdracht tot ontruiming, zo mogelijk na ruggespraak met brandweer of politie.

*    Na aankomst van de professionele overheidsdiensten, zoals brandweer, ambulance of politie, draagt de coördinator de leiding over en blijft zelf ter beschikking.


In geval “Fase punt 1 punt 5” zal in overleg met de politie worden besloten al of niet het gebouw te ontruimen.


Men start nu:

          

           Fase 2:        Ontruimingsopdracht

           Fase 3:        Opvang na ontruiming

           Fase 4:        Beëindiging actie




Afgaan van rookmelders.


*    De brandmelding vindt plaats door de (hulp) koster aan de alarmcentrale, telefoon 1-1-2

*    Door de (hulp) koster wordt zo snel mogelijk contact met de kerkrentmeesters opgenomen. De (hulp)koster treedt op als coördinator.

*    Omdat niet visueel kan worden vastgesteld of er daadwerkelijk een begin van brand is, wordt altijd overgegaan tot ontruiming van het gebouw


Men start nu:

          

           Fase 2:        Ontruimingsopdracht

           Fase 3:        Opvang na ontruiming

           Fase 4:        Beëindiging actie



Elektriciteit storing



In het kerkgebouw kan door het uitvallen van de verlichting een gevaarlijke situatie ontstaan door desoriëntatie.


In de kerk is voldoende noodverlichting aangebracht om de vluchtroute en de uitgangen zonder problemen te kunnen bereiken.


         Fase 1:          Melding

*    Wanneer de verlichting uitgaat in de kerk kan dit 2 oorzaken hebben:

*    Intern probleem in de kerk

*    Extern probleem bij de energieleverancier.

*    De (hulp) koster treedt op als coördinator.

*    De (hulp) koster onderzoeken de storing of deze intern dan wel extern is en controleren de groepencentrale.

*    De vluchtwegbegeleiders openen in alle gevallen wanneer de elektriciteit uitvalt de deuren en de nooduitgangen.

*    De coördinator vraagt de gemeente (a capella) te zingen Psalm 25:2 en wanneer de kerkrentmeesters nog geen oorzaak hebben gevonden om dan Psalm 42: 1,3 en 5 te zingen

  1. *   Is de storing extern dan kan de dienst in alle rust worden beëindigd.

*    Is de storing intern dan zal de oorzaak worden gehandeld.




Ontruiming kindercrèche (kleine zaal)


Speciale aandacht verdient de ontruiming van de crèche in de  kleine zaal. Tijdens de morgendienst wordt daar crèche gehouden. Ongeveer 10 tot 30 kinderen zijn daar aanwezig. 2 personen hebben daar de leiding.


Het moet bij de leidinggevende bekend zijn hoeveel kinderen er op dat moment aanwezig zijn. Een instructiekaart is aanwezig. Telefoon kerk 642074.

De wetenschap dat er voor de kinderen van de crèche wordt gezorgd, kan veel paniek bij de ouders in de kerk voorkomen.

De volgende situaties bij een ontruiming kunnen zich voordoen:

*    Vluchtwegen

*    Alle vluchtwegen zijn vrij.

*    De vluchtweg naar de hal is versperd ( alleen de nooduitgang is vrij).

*    Alleen de vluchtweg naar de hal is vrij ( nooduitgang is versperd).

*    Beschikbare tijd.

*    Zo  snel mogelijk- paniek situatie- geen tijd te verliezen ( bij brand eerst 112 en daarna de koster waarschuwen).

*    Zo snel mogelijk – geen paniek situatie- geen tijd te verliezen ( bij bommelding eerst 112 en daarna de koster waarschuwen).

*    Zo snel mogelijk- geen paniek situatie- met voldoende tijd. ( Alleen de koster waarschuwen).


Belangrijk is om te weten welke uitgangen er beschikbaar zijn 

Altijd zijn de volgende regels van kracht:

*    Door de (hulp)koster wordt beslist of er nog tijd genoeg is om de ouders de kinderen op te laten halen

*    Zo niet wordt door de (hulp) koster de E.H.B.O-ers op de hoogte gebracht dat de kleine zaal ontruimd moet worden.

*    Minimaal drie E.H.B.O-ers waaronder de koster gaan dan z.s.m. naar de crèche en beginnen samen met de 2 aanwezige leidinggevenden, de zaal te ontruimen.18

*    De regel: ‘’ kinderen gaan voor volwassenen en volwassenen voor materialen’’ is ook hier van kracht. Ga niet met kinderwagens, bedden, speelgoed e.d. slepen.

*    Indien mogelijk wel de kleine kinderen in een deken wikkelen. Let op, houd de luchtwegen vrij!

*    Leg geen kinderen op de tafels e.d. neer hier kunnen zij vanaf vallen tijdens een ontruiming, maar eventueel zoveel mogelijk bij elkaar onder een tafel.

*    Ouders en kinderen verzamelen bij de kerk. Geef de kinderen op de verzamelplaats niet de ruimte maar houd ze bij elkaar.

*    De crècheleiding moet zo snel mogelijk na ontruiming de aanwezigheidslijst controleren.

*    Bij vermissing na controle, melden aan de brandweer en de (hulp)koster.


Na een calamiteit vindt er een evaluatie plaats. De kerkrentmeesters bepalen in goed overleg een datum en de leidinggevenden van de crèche dienen daarbij aanwezig te zijn.